Page 17 - UIT IN TIEL
P. 17

UIT   IN TIEL 17





               MIJN JEUGD IN TIEL HEEFT MIJ VOOR EEN GROOT DEEL GEVORMD


                          Tiel voelt nog altijd als thuis, als een veilige haven.
                 Maar haar geboortestad doet haar ook denken aan opgroeien
                   met een achterstand, aan een verlegen meisje dat het liefst
                   zit te tekenen op haar kamer. Beeldend kunstenares Eylem
                      Aladogan woont inmiddels al jaren in Amsterdam maar
                    haar jeugd in Tiel, als dochter van eerste generatie Turkse
                      gastarbeiders, heeft haar voor een groot deel gevormd.
                  Niet alleen als persoon, het heeft ook invloed op haar werk.


               Eylem maakt tekeningen, sculpturen, installaties en
               werkt met verschillende materialen. Ze is gefascineerd
               door natuur, techniek, de psyche van de mens en
               ambachtelijke processen. Haar werk is al in verschillende
               Nederlandse musea tentoongesteld en ze wordt regel-
               matig gevraagd om werk in opdracht te maken.

               Veertig jaar geleden had ze van deze carrière alleen maar
               kunnen dromen. ‘Mijn ouders zijn in 1971 in Tiel-West
               komen wonen. Ook al waren we een progressief gezin,    in Geldermalsen en haar moeder in een pluimveefabriek
               ik heb altijd een achterstand ervaren. Niet alleen door   in Ingen en nu werkt ze al jaren bij Metaglas. ‘Ik was een
               mijn Turkse achtergrond waardoor ik bijvoorbeeld een   verlegen en onzeker meisje, las veel boeken of zat te
               taalachterstand had, maar vooral ook omdat ik een      tekenen op mijn kamer. Ik creëerde een fantasiewereld op
               meisje ben. Dat betekende in ons gezin dat                      papier en was me totaal niet bewust van het
               ik veel minder mocht dan mijn twee broers.   ‘Langs de Papesteeg   talent dat ik had. Ook speelde ik graag buiten
               Ook werd van mij verwacht dat ik mijn                           met vriendjes en vriendinnetjes. Langs de
               ouders, die gebrekkig Nederlands spraken,   stonden veel bomen   Papesteeg stonden veel bomen en daar
               hielp met het voeren van telefoon-                              bouwden we hutten en gingen we fikkie
               gesprekken of het opstellen van brieven.    en daar bouwden     stoken. Mijn Turkse vriendinnetjes werden al
               Ik voelde me al op jonge leeftijd verantwoor-                   jong uitgehuwelijkt, gelukkig was daar in ons
               delijk om ze helpen. Ik wilde meer uit mijn   we hutten en gingen   gezin geen sprake van. Mijn ouders zijn
               leven halen en in mijn jeugd had ik het                         progressief, wij gingen niet naar de moskee
               gevoel dat ik minder bewegingsvrijheid had.’  we fikkie stoken’   en ik hoefde ook geen hoofddoek te dragen.
                                                                               Toch had ik, net zoals de meeste meisjes uit
               Toch denkt Eylem met veel warmte terug                          immigrantengezinnen, al vroeg een plan.
               aan haar jeugdjaren in de flat aan de Maurikstraat.    Omdat wij niet veel mochten, keken we reikhalzend uit
               Ze komt uit een hecht gezin. Haar vader werkte in      naar de toekomst. Ik wilde de wereld ontdekken maar
               een glasfabriek in Tiel en later bij een zeefdrukkerij   wist nog niet hoe.’
   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22